Drinkgerei:
Het is de bedoeling dat je 8 uur per week aan dit vak besteed.
We gaan een glas, kop, mok, beker, fles of kom maken.
Als je van iets meerdere exemplaren wilt maken dan kan dat van 1 mal.
Het model wordt positief genoemd.
De mal is het negatief.
Materialen voor het positief:
- gips à bewerken met tussenlaag (zeep/schellak)
- schuim à bewerken met tussenlaag (zeep/schellak)
- klei
- hout à bewerken met tussenlaag (zeep/schellak)
- plastic
- metaal
De tussenlaag doe je met schellak. Dat is om af te dichten.
We gebruiken voor alles behalve klei zeep als losmiddel.
1 delige mal:
Zet het model op zijn kop.
Maak een houten bak en zet daar het model op kop in.
Maak een ondergrond van klei en giet er gips in.
Zorg dat de houten bak niet lekt. Vul anders de gaten op met klei.
Zorg dat je model lossend is.
Je kunt ook meerder delige mallen maken.
Dit kan niet in 1 keer.
2 delige mal:
Bij een 2 delige mal klein je jou model tot de helft die je niet wilt gipsen in.
(zorg dat hij lossend is).
Daarna klei je de andere helft in die je al hebt gegoten en giet je het andere deel met gips.
Zorg dat je een slot maakt zodat de mal goed op elkaar past.
Gietklei:
Nadat je mal klaar is kun je gaan gieten met gietklei.
Als je de gietklei hebt gekocht laat je hem eerst een kwartier mixen.
In de tussentijd kun je jou mal klaar maken door hem schoon te spuiten en er een fietsband om te knopen zodat hij strak op elkaar zit. Zorg altijd als je gaat gieten dat je mal goed droog is.
Als de gietklei klaar is giet je dat in je mal helemaal vol.
Dat laat je minimaal een half uur staan tenzij je iets heel dun wilt hebben.
De gietklei trekt in de mal en krijgt daardoor een hard randje.
Na het halfuur giet je de gietklei weer in de bak terug.
Daarna zet je jouw mal schuin op kop op een latje steunend zodat hij kan uitlekken (ong. 10 min.). Nadat hij uitgelekt is snijd je de rand af en laat je jouw gietklei drogen de mal kan weer recht op blijven staan.
Je ziet aan de gietklei wanneer hij eruit kan, dan komt de gietklei los van de mal.
Oortjes kun je op 2 manieren doen. Je giet ze apart en maakt ze er daarna aan vast. Of je verwerkt ze al in je mal en zitten al aan je product vast.
Bewerking en bewerking met kleur:
Wanneer je kopje net uit de mal komt laat je deze een tijdje staan, totdat deze lichter van kleur word, en dus droger.
Je kopje is nu rauw en goed te bewerken. Het is nog steeds oplosbaar in water maar het is niet meer zo zacht dat je het kan indeuken.
Bij het bewerken is een matje handig om de bovenste rand mooi recht af te werken. Het sponsje op een stokje, is handig wanneer je ronde smalle openingen hebt.
Vervolgens kun je jouw kopje met kleur bewerken, en wel met engobe. Dit is dus eigenlijk klei maar dan met een kleurstof. De engobe word op de klei gebruikt als deze rauw is, en dus nog niet gebakken. Engobe is gelijk aan de klei en deze zal niet aan een biscuit gebakken kopje hechten.
Je kunt de engobe op twee verschillende manieren aanbrengen:
Scrafitto - Kleur aanbrengen met een kwast en vervolgens erin krassen
Mishina - Eerst krassen, vervolgens de kleur erin en uiteindelijk de restanten eraf schrapen
Engobe is niet goed te vergelijken met verf. Je kunt er niet erg verfijnt mee werken wanneer je alleen de kwast gebruikt. Naast Scrafitto en Mishina zijn spatten en sjablonen ook een goede werkwijze.
Let op: de kleur die je erop schildert zal nooit hetzelfde zijn als de kleur nadat het geglazuurt is.
Andere klei/keramiek soorten:
We hebben nu aardewerk gehad, dat op 1060 graden geglazuurd word, maar ook steengoed, met 1200 graden en porselein op 1260 graden zijn klei en keramiek soorten. Al deze soorten worden op 950 graden biscuit gebakken.
Drogen & Bakken:
De 1e bak is biscuit. Dat gebeurd als je product bewerkt en geverfd is à 960 ̊CDe 2e bak is glazuur. Dat kan meteen na de eerste bak à 1060 ̊C (als je product niet kan staan dan moet je een 3 poot gebruiken).
Bij drogen en bakken verdwijnt het vocht.
Vanaf 560 ̊C verdwijnt het gebonden water dan word klei aardewerk maar is nog zwak.
Klei gaat op 100 ̊C koken. Het bakken moet langzaan tot 560 ̊C daarna kan het wel snel.
Ovens:
Je hebt 2 soorten ovens: een voorlader en een bovenlader. Een voorlader is fijner en de bovenlader goedkoper.
Als je een oven koopt hou dan rekening met waar je hem voor nodig hebt.
In een oven zitten isolatiestenen zodat de hitte in de oven blijft.